dinsdag 20 september 2011

Kelderkind - Kristien Dieltiens

Duitsland, 19de eeuw. Kaspar Hauser zit jarenlang gevangen in een kelder. Op een dag wordt hij achtergelaten op een plein. Hij kan alleen zijn naam schrijven, hij kan amper praten en lopen. De mensen staan voor een raadsel. Wie is die figuur? Waar komt hij vandaan? Ondertussen is er ook Manfred. Hij is geboren met een hazenlip en leert dat de wereld hard is voor iemand met een misvormd uiterlijk. Manfred zoekt vriendschap, warmte en erkenning. Als zijn pad dat van Kaspar kruist, zal niets ooit nog hetzelfde zijn.



Denk ook eens na over de volgende vragen :
  • Was dit boek een ‘harde noot om te kraken’ of heb je het razendsnel uitgelezen en was je gedreven om steeds verder te lezen? Waarom?
  • De verhaallijnen van Kasper en Manfred wisselen elkaar af (om dan op het einde samen te komen). Is dat een goed idee van de schrijfster of werkte dat verwarrend en was het daardoor moeilijk om de verhalen goed te volgen?
  • Vond je beide verhaallijnen even boeiend? Indien niet, welk verhaal sprak je het meeste aan en waarom?
  • In dit boek worden historische en fictieve elementen met elkaar verweven. Blijft het verhaal dan steeds even geloofwaardig? Kan iemand 14 jaar in een kelder opgesloten zitten en er toch niet knettergek uitkomen (zoals toch blijkt uit de dagboekfragmenten van Kasper)? Kan iemand bv. zo snel leren lezen en schrijven of zelfs praten?
  • Is het Kristien Dieltiens gelukt om het harde bestaan, het belang van religie, de wreedheid, het menselijke verlangen en de eenzaamheid goed (meeslepend) weer te geven? Kon je je inleven in het verhaal? Waarom of waarom niet?
  • Een aanrader?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten